De tekenen van zijn komst (2)

De tekenen van zijn komst (2)

De overweging van de “tekenen” die aan de komst van Christus moeten voorafgaan, brengt ons terug bij een ander punt uit de inzichtelijke opmerking van Heidegger. Hij erkende dat de Komst van Christus zal komen op een moment dat er geen andere oplossing is voor de kwalen van de mensheid. Zijn opmerking klinkt als de woorden van een Romeinse historicus die opmerkte dat de samenleving zo ver achteruit was gegaan dat zij noch haar ziekte, noch haar genezing kon verdragen.

In deze zin sprak Jezus over oorlogen, rampen, catastrofes en kosmische gebeurtenissen zoals het verduisteren van de zon, het vallen van de sterren, en het schudden van de krachten van de hemelen voorafgaand aan “de Mensenzoon die komt met de wolken” met grote kracht en heerlijkheid.

Maar de aard van deze ernstige verschijnselen hoeft niet alleen in letterlijke, materiële zin te worden opgevat. In feite zijn er aanwijzingen dat de ernst van de situatie voor velen niet duidelijk zal zijn. Zoals Paulus waarschuwt met betrekking tot de komst van Christus: Terwijl zij zeggen: “Er heerst vrede en veiligheid,” juist dan overvalt hen plotseling het verderf zoals weeën een zwangere vrouw, en zij zullen niet ontsnappen”. (1 Thess. 5,3).

Het punt is dat ons onvermogen om de tekenen waar te nemen niet de basis kan zijn voor de verzekering dat de tekenen niet zijn vervuld.

De veelvuldige aansporingen tot waakzaamheid in het Nieuwe Testament tonen aan dat een dergelijke zekerheid niet mogelijk is. Jezus spreekt over de onwetendheid over dag en uur van zijn komst: “Maar over die dag of dat uur weet niemand, noch de Engelen in de hemel, noch de Zoon, maar alleen de Vader” (Mc 13,32).

Enerzijds verbiedt deze onwetendheid iemand met zekerheid te zeggen wanneer de gebeurtenis precies zal plaatsvinden. Maar deze onwetendheid verbiedt ook dat iemand de mogelijkheid van Zijn komst op een bepaald moment ontkent.