Onze zending

Onze zending

De dynamiek tussen de roep van de genade door de Engel en de medewerking van de mens is het mooist te zien in het Evangelie van de Menswording, de dialoog tussen Maria en de Aartsengel Gabriel. De Engel brengt de boodschap van Gods genade. Door de genade beantwoordt zij deze roep met haar : Fiat!

Roep en antwoord: De Engel draagt de roep van God naar de mens en deze moet zijn antwoord geven. Als hij instemt, groeit hij in de liefde en ontvangt dus meer genade.

Als wij ons dus door de Toewijding aan God en aan de Engel overgeven, wordt het voor de Engel mogelijk om veel meer invloed op ons uit te oefenen! Maar zoals al eerder gezegd, het is nodig dat wij meewerken.

Wij moeten leren om stil te zijn, te luisteren naar zijn stem en om hem te gehoorzamen. Degene die deze Toewijding LEEFT, zal groeien in liefde en edelmoediger worden tegenover God.

Sinds de Toewijding officieel is erkend door de Kerk, betekent dit dat wij een zending ontvangen hebben. Een Vaticaans document verklaart: “Verering van de Heilige Engelen laat het christelijk leven in een bepaalde vorm toenemen”.

Onze zending bestaat dus daarin dat wij onze verering van en ons verbond met de Engelbewaarder door ons eigen leven zichtbaar maken.

Om dit alles beter te begrijpen, gaan we de tekst van de Toewijding eens dieper overwegen.

Mijn goede Engelbewaarder,
die steeds het aangezicht van onze hemelse Vader schouwt

Jezus zegt in  Mt 18,10:

Hoedt u er voor een van deze kleinen te minachten, want Ik zeg u: zij hebben Engelen in de hemel en deze aanschouwen voortdurend het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is.”

Wat leren we van deze tekst? Allereerst leren we van Jezus zelf, dat ieder van ons een Engelbewaarder heeft!

Ten tweede leren we dat onze Engelbewaarder aldoor ziet naar het aanschijn van God, en hierin beschouwt hij Gods wijsheid en liefde. Van Zijn aanschijn leest de Engel de wijze en liefhebbende wil van de Vader voor ons en ontvangt de nodige genaden om deze te volbrengen. Deze geeft hij vervolgens aan ons verder.

Door deze eerste zin van de Toewijding moeten we reeds onze harten openen voor de invloed van de Engel, bewust luisteren naar de wil van God die de Engel aan ons openbaart, en zijn licht en leiding zoeken.