Missie

Missie

Dit is de laatste geestelijke houding. De gelovige die God aanbidt, die bidt en offert, werpt de Heer uit als een hengel om een grote buit binnen te halen. “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend IK u!” Het werd gezegd tegen de apostelen, en het wordt gezegd tot ons.

Kerk heet missie. “Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen, maar wie zijn leven omwille van Mij en het Evangelie verliest, zal het behouden!” In de zending beseft de Christen dat hij moet meedelen hetgeen hij onverdiend ontvangen heeft. “Ga en verkondig de Blijde Boodschap van het Rijk!” De moeder in het gezin, de man in zijn werkkring, de priester in het uitdrukkelijke apostolaat, allen in het dagelijkse leven, thuis en in het openbaar. “Ik schaam me niet voor het Evangelie”, schreef Sint Paulus. In onze dagen lijdt het Rijk Gods geweld, misschien meer dan in vroegere tijden.

Maar vooral de verdieping van het eigen leven is nodig, in het bewustzijn dat wij gezondenen zijn. Wij behoren niet meer onszelf toe, maar de Heer; onze tijd is niet meer de onze, onze tijd behoort aan God. Wij worden elke morgen gezonden vanuit het Heilige Misoffer: “Ite, missa est!” “Gaat, de Mis is uit!” “Nu God u gevoed heeft met het Brood des Levens en gesterkt door het Bloed van Zijn Zoon, is de daad aan u: gaat ook gij in Mijn wijngaard!”

Zo wordt de mens gezonden, maar steeds met de Engel. Engel betekent immers “gezondene”. Wij zijn niet in deze wereld om ons daarin te verpozen en het daarin goed te hebben. Tot aan de laatste minuut van het leven hebben wij een opdracht, anders roept de Heer ons wel naar huis. Leren wij als Tobias met de Engel te gaan en verbinden wij ons met Sint Michaël en zijn legerscharen in de strijd voor God.