Eerherstel

Eerherstel

De derde geestelijke houding heet: eerherstel. God vraagt ons niet alleen het lofoffer van onze aanbidding en beschouwing, Hij wil ook het brandoffer van onszelf, van geest en lichaam. Wij moeten onszelf ten offer brengen, zoals de Heer dat ons voorgedaan heeft. Dit offer van onszelf gaat normaal gepaard met inspanning, met leed en kruis. In de horizontale lijn zien wij echter de boete ook als werktuig van vele genaden voor onszelf en voor onze medemensen.

Onze tijd heeft een grote variatie aan bewegingen aan te bieden. Het watermerk van de echtheid is de ernst die gemaakt wordt met de christelijke plicht tot boetvaardigheid. De boete is actief of passief: het vrijwillige offer of de onderwerping aan Gods wil in het dragen van hetgeen men zelf niet gekozen heeft. De boete dient tot uitboeting van eigen schuld. Zij kan echter ook beoefend worden om Gods erbarmen over de zondaars af te smeken.

Sommige mensen worden door de Heer geroepen tot een leven van offer ten bate van anderen. Het is het mysterie van de deelname aan het lijden van Christus “tot opbouw van Zijn Lichaam, de Kerk”. In het Evangelie horen wij vaak van de noodzaak van vasten en waken en boeten; het liefst in het verborgene, de mensen hoeven dat niet te weten, God weet het en maakt het vruchtbaar.

Het is door het kruisdragen dat iemand leerling wordt van de Heer. In Zijn Voorzienigheid deelt God genaden en kruisen uit zoals Hij het nodig vindt. Ieder kan daarmee de hemel bereiken, en sommigen verdienen daarmee de hemel voor vele anderen, die zonder dit plaatsvervangend gebed en offer anders verloren zouden zijn gegaan. Het is de boodschap van La Salette, Lourdes en Fatima, het is heel bijzonder een eis van het uur waarin wij leven.

Hier helpen ons de Engelen met de gave der sterkte, zoals een Engel de Heer in de Hof van Olijven sterkte voor Zijn dragen van het Kruis. Hier vormen zij ons tot ware soldaten van Jezus Christus. Ze maken ons opmerkzaam voor de inspraken van Gods genade, bewegelijk in het antwoord daarop, verlangend steeds meer te mogen dragen: “Lijden of sterven”, “niet sterven maar lijden”. Het wordt een ware behoefte de Heer ook hierin te mogen navolgen tot de nood van het “Ik heb dorst!”

Als wij wisten hoeveel vreugde de Engelen hebben bij het zien van deze dapperheid, van onze overgave….. Het kruis bewerkt de grote overwinning, en het kruis alleen!