De bodemloze diepte (2)

De bodemloze diepte (2)

Het Heiligste Sacrament heeft een onuitputtelijke diepte. Het is waar, meestal zien we niet wat in de diepte der dingen verborgen is. Wij kunnen niet zien wat op de zeebodem is, het blijft verborgen voor onze ogen en het is een raadsel voor ons.

Evenzo zien we niet wat er in het hart van een mens omgaat, en daarom is hij voor ons een mysterie, wat de liefde steeds dieper probeert te doorgronden.

Zo zien we ook niet, wie in het Heiligste Brood is. Op deze manier wil de Heer ons tot zich trekken. Hij wil dat wij ernaar zouden verlangen, om Hem beter te kunnen begrijpen; Hij wil dat onze gedachten om dit mysterie ronddraaien, wij moeten proberen het dieper te begrijpen, wij moeten ernaar verlangen Hem te leren kennen.

Sinds het paradijs is het brood gebonden aan “het zweet van ons aanschijn”. Dat was de straf die God aan Adam oplegde, nadat hij gezondigd had. Zo heeft God de gevolgen van de zonde gebonden aan het brood. Het werd tot iets, wat de mens slechts met moeite kon verkrijgen. Het hangt niet zoals de vruchten, rijp aan de boom. En Hij, die Zichzelf tot BROOD maakte, neemt in Zijn Lichaam alle “zweet op het aanschijn van de mensheid” in Zich op.

Door het Heiligste BROOD raakt HIJ ons aan het diepste punt, aan de gevolgen van onze zonden en Hij wil deze straf, die wij in het paradijs kregen, omvormen.

Daarom zegt Hij: Werkt niet voor het voedsel dat vergaat, maar voor het voedsel dat blijft om eeuwig te leven en dat de Mensenzoon u zal geven” Johannes 6,27. Dus alles, wat ons doet lijden, wat ons moeite kost, en al ons werk, kunnen wij doen met het oog gericht op het BROOD des Hemels en het opofferen. Kunnen we hier niet spreken van een “gelukkige schuld”? Loont het zich niet om alle kracht en energie in te zetten, zelfs in het zweet van ons aanschijn, om de prijs te winnen – het BROOD des hemels?

De Heer kan zelfs uit het slechte nog iets goeds doen voortkomen. St. Paulus zegt, dat voor degene, die God bemint, alles ten beste gereikt en als wij de Heiligste Eucharistie beschouwen, dan weten wij, dat hij de waarheid heeft gezegd.

In de diepte van de H. Hostie ligt onze zware last en inspanning als gevolg van de zonde. “In het zweet van uw aanschijn zult ge werken voor uw brood” Gen. 3,19

Maar de vrucht van al deze inspanningen is het Brood, dat geconsacreerd wordt in het Lichaam van Christus Zelf.