Zijn verschijning was als de bliksem

Zijn verschijning was als de bliksem

Het is duidelijk dat de Engel een menselijke gedaante had aangenomen, een menselijk lichaam waarmee hij ging zitten en in deze gedaante kon hij spreken zoals al vele malen eerder gebeurde. Dit houdt rekening met onze menselijke natuur, want hij moest mensen aanspreken.

Maar dan wordt er gezegd dat “zijn verschijning was als de bliksem en zijn kleding wit als sneeuw”. Dit duidt op zijn hemelse afkomst: De Engel komt van God, en God is licht en duisternis is niet in Hem. Ook wordt daarmee “de heerlijkheid van de opstanding aangeduid”, zegt St. Thomas, de overwinning op de duisternis en de zonde; en “niets onreins” kan bij Hem in de buurt komen.

Verder betekent het de verlichtende missie van de Engel ten opzichte van de mens, die hem binnenleidt in het mysterieuze licht van God en Zijn werk.

Tenslotte vertelt het ons over de Engel zelf, over zijn vereniging met God die “is als … vuur” (Heb 12:29). Alles aan hem, alles wat we over hem kunnen waarnemen, is transparant voor God, want zijn innerlijk schijnt door en verschijnt uiterlijk in “zijn kleed wit als sneeuw”.

Dit boezemt heilige angst en grote vreugde in bij hen die God zoeken, zoals deze vrouwen deden. Maar “de wachters beefden en werden als doden” – zij die niet van God houden, lauw zijn of God vijandig gezind zijn, kunnen noch Zijn licht noch dat van de Heilige Engelen verdragen.