Eeuwig leven – wat is dat?

Eeuwig leven – wat is dat?

Een vrouw is in verwachting en rijk gezegend met een drieling. Eén van hen is een kleine gelovige, één een kleine twijfelaar en de derde een kleine scepticus.

De kleine twijfelaar: Geloven jullie aan een leven na de geboorte?

De kleine gelovige: Ja, natuurlijk, dat bestaat. Ons leven hier is alleen daarvoor bestemd, dat wij groeien en ons voorbereiden op het leven na de geboorte, zodat wij dan sterk genoeg zijn voor datgene, wat op ons wacht.

De kleine scepticus: Onzin, dat bestaat toch niet. Hoe moet dat leven na de geboorte dan uitzien?

De kleine gelovige : Dat weet ik ook niet zo precies. Maar het zal in ieder geval lichter zijn dan hier.

De kleine scepticus: Er is nog nooit iemand terug gekomen na de geboorte. Met de geboorte is het leven ten einde. En het leven is een voortdurende kwelling – en donker.

De kleine gelovige: Ook al weet ik het niet precies, hoe het leven na de geboorte er uit ziet, zullen we in ieder geval dan onze moeder zien en zij zal voor ons zorgen.

De kleine scepticus: Moeder? Jij gelooft aan een moeder? Waar is die dan?

De kleine gelovige: Nou gewoon hier, overal om ons heen. Wij zijn en leven in haar en door haar. Zonder haar konden wij niet eens bestaan.

De kleine scepticus: Ik heb nog nooit een moeder gezien, dus bestaat zij ook niet.

De kleine twijfelaar: En als er toch een leven na de geboorte bestaat? Wordt dan de kleine scepticus bestraft, omdat hij er niet in geloofd heeft?

De kleine gelovige: Dat weet ik niet. Maar misschien krijgt hij een tik op zijn po, zodat hij zijn ogen opent en zijn leven begint.

Als reeds geboren mensen lachen wij over deze drielingen en hun discussie. Wij lachen, omdat wij in een ander perspektief staan, namelijk in het perspektief “na de geboorte”.

Het menselijke leven, de bewegingsvrijheid en de werkelijk bestaande wereld met haar kleuren en vormen bestaat inderdaad. Maar hoe zal men dit aan een embryo duidelijk maken, die ingesloten is in het lichaam van zijn moeder? Hij zal je uitleg niet voor mogelijk houden, omdat het zijn ervaringshorizont ver te boven gaat.

Jezus kent onze twijfels en onzekerheden wat het lijden en de dood betreft, en onze bange vraag: wat zal dan zijn? Daarom nodigt hij ons uit:

“Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. Ware dit niet zo, dan zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om een plaats voor u te bereiden. En als Ik ben heengegaan en een plaats voor u heb bereid, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook gij zult zijn waar Ik ben”.