Geestelijke wapens: Het gebed

Geestelijke wapens: Het gebed

Als Jezus de 72 leerlingen uitzendt, en dus ieder van ons, samen met onze Engelbewaarder, dan zegt Hij:

“ Zie, IK zend jullie als lammeren tussen wolven”. (Lucas 10,3)

Wij zijn de “lammeren”, in de navolging van HET LAM.
Maar het LAM, dat zijn mond niet opent, als het naar de slachtbank geleid wordt;
het LAM, dat de zonden van de wereld wegneemt.

Het is dus al meteen duidelijk dat wij deel mogen hebben aan het Verlossingswerk van Jezus, en dat het niet zonder het lijden en het kruis zal gaan. Want alleen op die manier zullen we delen in Zijn overwinning!

Maar dit citaat geeft ook aan dat wij midden onder wolven zijn: want onze strijd gaat tegen de machten van de duisternis. En wij zijn van natuur uit machteloos tegenover deze wrede vijand! En Jezus weet dit, en zendt ons toch?

Omdat Hij ons vele wapens heeft gegeven, niet om aan te vallen, maar om ons te verdedigen en te beschermen! Als wij in de aanval zouden gaan, zijn we binnen de kortste keren de tussenmaaltijd van de wolven! Wij moeten er ten diepste van overtuigd zijn, dat wij ZONDER JEZUS NIETS KUNNEN!
Als wij tot Hem roepen in het gebed, als wij met Jezus verbonden blijven, kan geen duivel ons schaden.

De H. Pastoor van Ars zegt in een preek:
“We moeten er voor zorgen om nooit iets te doen voordat we ons morgengebed gebeden hebben.. Eens verklaarde de duivel, dat als hij het eerste moment van de dag kon hebben, hij zeker kon zijn van de rest.”
En het mooiste is: wij kunnen ALTIJD en OVERAL bidden, in iedere situatie van ons leven. En dan zijn we altijd beschermd. Daarom is het gebed een van onze machtigste wapens, vooral ook in de tijden waar we door de boze bekoord worden.

De H. Pastoor van Ars heeft daarover nog een paar goede tips:

“Gezegend degenen die bekoord worden! Juist als de duivel ziet dat een ziel voorwaarts gaat op zijn weg naar vereniging met God, verdubbelt hij zijn inspanningen!
Offer je bekoringen op voor de bekering van zondaars. Als de duivel dit ziet, is hij buiten zichzelf van woede en gaat er van door, want dan richt de bekoring zich tegen hemzelf!”