Waarom helpt de Engel niet altijd?
Waarom laten Beschermengelen ons soms gewond raken bij ongelukken, als zij ons liefhebben en door God zijn aangewezen om ons tegen de gevaren te beschermen?
Paus Benedictus raakte deze vraag aan nadat hij zijn pols had gebroken in een val tijdens zijn vakantie. Over zijn blessure daarna verklaarde hij: “Helaas heeft mijn eigen Beschermengel mijn blessure niet voorkomen, zeker na orders van boven”. Vervolgens legt hij uit: “Misschien wilde de Heer mij meer geduld en nederigheid leren, mij meer tijd geven voor gebed en meditatie”.
Uit deze wijze woorden van de vorige Paus leren we dan ook dat zijn eigen persoonlijke Beschermengel zijn val en de daaropvolgende verwonding zeker had kunnen voorkomen als hij dat zo gewild had.
Zijn Beschermengel werd echter duidelijk door God geleid om de val toe te staan, zodat de Paus een groter geestelijk goed kon ontvangen, namelijk een groei in nederigheid en geduld, en een gelegenheid om meer tijd te besteden aan gebed en meditatie. (En wie weet heeft hij een gebroken arm en een gebroken schedel voorkomen!)
Uit dit voorval in het leven van Paus Benedictus kunnen we dus concluderen dat onze eigen Beschermengel ons ook kan toestaan om gewond te raken – lichamelijk, geestelijk of emotioneel – als dat leidt tot onze groei in heiligheid of geestelijke vooruitgang op de een of andere manier! Bedenk dat onze engelen hun zending uitvoeren in het licht van de goddelijke voorzienigheid. Zij hebben een beter zicht op wat goed voor ons is dan wij.
Kortom, onze Beschermengel zal ons alleen maar toestaan dat we op de een of andere manier gewond raken, als dat de wil van God is. In zijn liefdevolle voorzienigheid voorziet God onze vrije wil, die Hij respecteert en zo pijnlijke dingen, zelfs de zonde, toestaat. Onze engel handelt in volmaakte harmonie met God en streeft ernaar alle ongelukken tot God te wenden en ons zo te leiden naar een grotere liefde en eenheid met God.
Het is natuurlijk een groot mysterie dat God zo werkt. Maar het moet benadrukt worden dat God ons alleen maar slechte dingen laat gebeuren om een groter goed tot stand te brengen dat anders niet mogelijk zou zijn geweest.