Wij kunnen wat Engelen niet kunnen!
Engelen kunnen niet ergens bang voor zijn, omdat niets hen een letsel kan toebrengen. Zij zijn niet kwetsbaar; dat wil zeggen, Engelen zijn niet verwondbaar – heel anders dan bij de mensen.
Wij kunnen wat Engelen niet kunnen – wij kunnen bang zijn omdat we verwond kunnen worden; maar omdat we bang kunnen zijn, kunnen we dapper zijn.
Omdat we angst kunnen hebben, kunnen wij de deugd van dapperheid beoefenen doordat we ons niet door onze angsten laten meeslepen. Dit is een christelijke paradox: de pijn van het verlies van onze dierbaren of onze angsten kunnen de wortels worden van een edele dapperheid, die Engelen alleen kunnen bewonderen maar nooit kunnen bereiken.
Mensen kunnen lijden onder hun wonden. Onze lichamen kunnen verwond worden, onze rijkdommen kunnen we kwijt raken, onze reputaties verwoest. De moedige Christen is in staat om deze heel werkelijke maar geringere goederen los te laten om het grootste goed te verkrijgen, dat is onze trouw aan God.
De dappere christen is bereid om pijn te leiden, verlies en zelfs de dood vanwege wie God is en vanwege wat wij voor God betekenen.
De waarheid over God en over ons, alsook de betekenis van het lijden en de verdiensten van de dapperheid is ons geopenbaard door Jezus.