Naties en hun Engelen

Naties en hun Engelen

Waarom hebben naties Engelbewaarders nodig? De wereldgeschiedenis geeft het antwoord. De boze geesten van de hel zijn overwonnen door de dood van Christus, maar hebben nog enige bewegingsvrijheid tot het Laatste Oordeel, als honden aan een lange ketting.

Van tijd tot tijd verrijzen de boze geesten uit de afgrond, soms met legioenen tegelijk, zwervend over de aarde op zoek naar wie zij kunnen verslinden.

Soms verleiden zij de volkeren tot afgoderij en geloofsafval, tot morele verdorvenheid, tot haat tegen de Kerk van God, in zulke onmenselijke proporties en vormen dat wij moeten zeggen: Hier zijn niet langer mensen aan het werk, hier zijn helse geesten aan het werk.

Dan weer zullen de demonen de volkeren met zware slagen treffen zoals de arme Job, opdat zij God in zijn gezicht vaarwel zullen zeggen. Het lijdt geen twijfel dat de geschiedenis van de naties een demonische inslag heeft.

Gods Voorzienigheid laat echter de boze geesten niet willekeurig heersen en regeren in het leven van de volkeren, niet willekeurig het weefgetouw van de geschiedenis weven. Gods liefde gaf de Kerk de volmacht om de boze geesten met exorcisme en wijwater en andere gewijde zaken te verdrijven.

Gods liefde heeft ook de bovenmenselijke macht van het kwaad bestreden met een bovenmenselijke macht van het goede, en dat zijn de Engelbewaarders van de volkeren. De naties hebben dus Engelbewaarders nodig! Zij moeten worden verdedigd door de goede geesten van de hemel, wanneer zij worden aangevallen door de boze geesten van de hel.