Leren luisteren naar de Engel (2)

Leren luisteren naar de Engel (2)

Zo is het ook met de schrijvers van de Heilige Schrift: het eerste punt is dat God bepaalde mensen heeft uitgekozen. Hij is het die hen koos, en hij koos degenen van wie hij wist dat ze de juiste instrumenten zouden zijn.

Het tweede punt is dat zij “ten volle gebruik maakten van hun eigen vermogens en krachten.”
Zij pasten op het werk hun eigen menselijke inspanningen en intelligentie toe, waardoor het een stempel van hun eigen persoonlijkheid kreeg. Dit wordt duidelijk als we de stijl, woordenschat en grammatica van elk van de heilige schrijvers vergelijken. Ze zijn allemaal uniek.

Ook kan worden opgemerkt dat de inspiratie van de Heilige Schrift kwam door bemiddeling van de Heilige Engelen. Met name de “Vier Levende Wezens”, Engelen uit het koor van de Cherubijnen, gezien door de profeet Ezechiël (10, 9-21) en Johannes, zoals beschreven in het Boek Openbaring (4, 6-7), zijn in verband gebracht met de vier evangelieschrijvers.

Het levende wezen met het uiterlijk van een mens wordt in verband gebracht met Mattheüs. Die met het uiterlijk van een leeuw wordt geassocieerd met Marcus.
Degene met het uiterlijk van een os wordt geassocieerd met Lucas.
Degene met de verschijning van een adelaar tenslotte wordt geassocieerd met Johannes.

Een van de redenen waarom de kerkvaders deze associatie maakten, was dat zij bepaalde kenmerken opmerkten die eigen zijn aan elk van deze wezens en die in elk corresponderend evangelie worden weerspiegeld.
Dit wijst erop dat zelfs de Engelen die de inspiratie van God voor de Heilige Schrift brachten, hun eigen persoonlijke kenmerken aan die inspiratie toevoegden. Dit was door God gewild, en het is door God gewild bij elk instrument, vooral bij persoonlijke werktuigen.

Dit wordt uitgedrukt door Johannes van het Kruis:

De Goddelijke wijsheid daalt van God via de eerste hiërarchieën af naar de laatste en van de laatste naar de mensen. Met recht en reden wordt in de Schrift gezegd dat alle werken van de Engelen en de inspiraties die zij geven ook door God worden volbracht of geschonken. Want gewoonlijk worden deze werken en ingevingen van God afgeleid door middel van de Engel… Deze mededeling is als een zonnestraal die door vele ramen schijnt die achter elkaar zijn geplaatst. Hoewel het waar is dat de lichtstraal uit zichzelf door alle ramen gaat, geeft elk raam dit licht door aan het andere met een zekere verandering naargelang zijn eigen kwaliteit.

Het derde belangrijke punt met betrekking tot de inspiratie van de heilige schrijvers is echter dat “zij op schrift stelden wat God geschreven wilde hebben, en niets meer”. Dat is het ideaal van een goed instrument: het doet wat de meester wil, niets meer en niets minder. Daarvoor moet het werktuig reageren op de bewegingen van de kunstenaar. Als het instrument zich verzet tegen de kunstenaar, kan de kunstenaar zijn werk niet zo goed uitvoeren.

Daarom beveelt God: “Geef acht op hem en luister naar zijn stem, kom niet tegen hem in opstand!” (Ex 23,22).

Het is nuttig om op te merken dat instrumenten soms worden verrijkt met een perfectie die verder gaat dan hun natuurlijke aanleg. Zo is bijvoorbeeld niet zomaar elke olie voldoende voor de ziekenzalving, maar alleen olie die een speciale zegen heeft ontvangen.
Ook kan niet ieder mens het Heilig Misoffer brengen, maar alleen degene aan wie de bijzondere volmaaktheid van het priesterschap is toegevoegd.
Evenzo kan niet zomaar iemand de boeken van de Schrift schrijven, maar alleen zij die uitverkoren zijn aan wie de gave van profetie is verleend.

Wat betreft ons gebruik van de talenten die wij hebben ontvangen, laten wij onderzoeken hoe wij volgzame instrumenten in de hand van God kunnen zijn, zodat wij ons niet verzetten tegen de bewegingen van de Goddelijke Kunstenaar wanneer hij in ons wil werken. Alleen dan kunnen we met de profeet zeggen: “…want U bent het die alles bereikt hebt wat wij gedaan hebben” (Jes. 26, 12).