“De vredeboden storten bittere tranen…

“De vredeboden storten bittere tranen…

De Engelbewaarder kent zijn zending, maar ervaart vaak een kwellende onmacht. Hoe meer een mens zich van God verwijdert, hoe meer hij de hulp van zijn Engel nodig zou hebben, maar hoe minder deze hem kan helpen omdat de mens niet eens aan zijn Engel denkt of in hem gelooft…

Hoe luider de Engel hem zou willen roepen en waarschuwen, des te meer wordt hij gedwongen te zwijgen! “Bitter wenen de boodschappers van de vrede”, dit profetisch woord wordt door sommigen opgevat met betrekking tot de Engelen.

Is het niet om te wenen dat wij zo gemakkelijk en zo lang aan onze Engel voorbijgaan? Alleen omdat we hem niet met onze fysieke ogen zien, denken we nauwelijks aan hem.

St. Thomas leert dat het gebod van de naastenliefde ook geldt tegenover de Heilige Engelen!

God vroeg de Engel om ons ons hele leven te begeleiden en ervoor te zorgen dat we in de hemel komen. Daarom moeten wij hem ’s morgens vroeg om hulp vragen, ons de hele dag door steeds weer tot hem wenden en met hem samenwerken.

Als we echt van hem hielden, zou het niet moeilijk zijn. Het zou een werk van barmhartigheid jegens hem zijn, indien wij ons overdag steeds weer bewust zouden oefenen in de stilte, waardoor wij zijn aanwijzingen beter zouden horen en ze gewilliger zouden opvolgen – wat een voldoening voor hem.