“Dat Gods Engelen u ten paradijze begeleiden…”(2)
“Dat Gods Engelen u ten paradijze begeleiden…” Dit is het thema van Newman’s “Droom van Gerontius”. Gerontius betekent: oude man. Het gedicht zou over iedereen kunnen gaan. Als de mens gaat sterven, zo stelt Newman zich voor, dan wordt hij op de tocht naar de andere oever begeleid door zijn Engelbewaarder en wordt hij verwelkomd door andere Engelen die hem tegemoet trekken. Wij zien dit aan de gebeden van de liturgie zelf, bij de “gebeden der stervenden”, bij de absoute, bij het ten Grave dragen van de dode.
“Vertrek, christenziel, uit deze wereld, in de naam van God….. in de naam van de Engelen en Aartsengelen, in de naam van de Tronen en de Heerschappijen, in de naam van de Vorsten en de Machten, in de naam van de Krachten, de Cherubijnen en de Serafijnen, in de naam van de Patriarchen en Profeten…”.
De liturgie verwijst naar het Evangelie, naar de parabel van Lazarus en de Rijke Vrek. De Heer zegt, dat Lazarus door Gods Engelen gedragen werd in Abrahams schoot. In Newmans gedicht ontdekt de pas gestorvene de Engel, hij ervaart hem, hoort hem en spreekt met hem. De Engel legt hem van alles uit over de aardse reis die nu voorbij is, over het komende oordeel.
Uit hetgeen Gerontius te horen krijgt, vernemen ook wij Newmans ideeën in intuïties over Engel en mens, hemel en aarde. De Engel gestuurd om “de balans van goed en kwaad recht te zetten”
Tegen de achtergrond van de val der Boze Geesten en de strijd tussen goede en boze Engelen leert de mens de ernst van zijn eigen situatie begrijpen: hij werd door de Boze verleid, maar God stuurt de Engelen om de mens uit zijn nood op te richten en te beschermen.