“Zie je dan niet, dat ik bezig ben!”

“Zie je dan niet, dat ik bezig ben!”

Pater Pio werd tijdens zijn leven door de mensen omgeven, die hem om bijstand, om zijn gebed vroegen. In al die drukte kon hij niet ieder verstaan en dan gaf hij steevast het antwoord: “Stuur mij je Engelbewaarder!”

Pater Alessio heeft zijn boek zo genoemd, wat zeer de moeite waard is om te lezen! En hij vertelt als ooggetuige, hoe Pater Pio op de veranda zat en rozenkrans bad. Hij dacht, nu kan ik hem aanspreken, want hij heeft even rust.
Maar hij kreeg geen antwoord, alleen een verwijt: “Laat me alleen, mijn zoon. Zie je dan niet, dat ik bezig ben!”

Pater Alessio meende, nu ja, hij bidt de rozenkrans…

Pater Pio echter zei: “Heb je niet al die Engelbewaarders gezien, die tussen mij en mijn geestelijke kinderen heen en weer gaan, om hun boodschappen aan mij mee te delen?”

Hiervan was Pater Alessio ook ’s nachts getuige. Hij bleef bij Pater Pio in diens cel, totdat hij afgelost werd door een andere pater. En in die tijd hoorde hij Pater Pio halfluid zijn rozenkrans bidden. Maar steeds onderbrak hij zijn Weesgegroetjes met zinnen, zoals:

“Zeg hem, dat ik voor hem zal bidden”.

“Zeg hem, dat ik de hemel zal bestormen met gebeden voor haar redding”.

“Zeg hem, dat hij bij mijn H. Mis erbij zal zijn”.

“Zeg haar, dat de Heilige Maagd haar deze genade niet zal weigeren” .

De eindeloze processie van de Engelbewaarders hield dus ook ’s nachts niet op!