Spelen met vuur

Spelen met vuur

Zoals de meeste kinderen vond ik het leuk om met vuur te spelen toen ik jong was.  Mijn vader had vaak vuren in de tuin, om de dode planten en afval te verbranden, en ik vond het heerlijk om hem te helpen.  Hij bewaarde een blikje benzine in de tuinschuur die hij gebruikte om de maaimachine te laten draaien; ik had papa vaak deze benzine zien gebruiken om het vuur aan te wakkeren.  Op een dag, terwijl mijn ouders uit waren, besloten mijn broer en ik om een kampvuur in de tuin te maken en die met de benzine te stoken.

Met een luciferdoosje uit de keuken, het blikje benzine uit de schuur en een van mama’s tinnen kookschalen gaan we naar de tuin om een kampvuur aan te steken. Ik heb de benzine in de blikken schaal gegoten terwijl we aan weerszijden van de schaal zaten en de benen elkaar kruisten. We zaten heel dicht bij elkaar alsof we over het vuur zouden kruipen als het eenmaal aangestoken was. Ik had geen idee dat benzine explosief was. Ik stak een lucifer aan en liet het in de schaal met benzine vallen……. Niets! Ik stak er nog een aan, en nog een, maar de benzine wilde niet ontvlammen. Ik had het idee dat pure benzine misschien niet zou ontvlammen, en dus rende ik weg om wat kranten te halen. Terwijl ik de krant doordrenkte in de benzine stak ik een lucifer aan maar niets brandde, het was net alsof er water in de kom zat, maar ik kon ruiken dat het benzine was en zoals ik later ontdekte, was het erg ontvlambaar… Mijn broer en ik gaven het op en brachten de benzine, de lucifers en de kom terug naar de juiste plaats voordat onze ouders terug kwamen.

Destijds had ik geen idee van de gelukkige ontsnapping die we hadden gehad. Pas een paar dagen later, toen mijn vader weer een vuur in de tuin had gemaakt, ontdekte ik hoe ontvlambaar benzine was. Toen ik papa het vuur zag aansteken en met een vreemde stok in het vuur speelde, genoot ik van elke minuut. Toen het vuur bijna gedoofd was en papa binnenshuis met andere dingen bezig was, besloot ik het vuur opnieuw te starten.

Door er met een stokje in te stoken en hard te blazen kreeg ik een klein vuurtje aan de gang. Nu nog benzine. Ik had papa het in een beker zien gooien, zodat ik wist dat het werkte. Ik haalde het blikje benzine en vulde een lege melkfles, waarna ik het over de vlammen gooide. (Ik had geen idee dat een open beker veiliger was omdat de benzine er meteen uit kwam, terwijl de smalle hals van een fles de benzine langer vasthield, waardoor de vlammen de fles konden bereiken.) Er was een plotselinge explosie toen de vlammen door de vloeiende benzine in de fles in mijn hand schoten – en die fles finaal uit mijn hand blies. Ik was zo geschokt! Hoe kan deze benzine, uit hetzelfde blikje, de enige echte, zo ontvlambaar zijn vandaag, terwijl ik hem nog maar enkele dagen geleden niet kon aansteken?

Ik had destijds geen idee wat er die dag was gebeurd, maar ik kende de geur en smaak van benzine en ik weet dat er iets vreemds was gebeurd, maar wat? Later hoorde ik verhalen over Engelbewaarders, die mensen redden en wist ik dat dit de enige mogelijke verklaring was voor het feit dat die benzine die dag nooit in het gezicht van mij en mijn broer is geëxplodeerd.