“Geloof jij niet aan wonderen?”

“Geloof jij niet aan wonderen?”

Nadat mijn vader was gestorven, wilde ik niet alleen mijn bejaarde moeder twee weken bezoeken – ik woon in Frankrijk, maar ik ben Weense – maar haar ook de gelegenheid geven veel dingen te doen en haar vier muren te verlaten. Dus huurde ik een auto – een gloednieuwe BMW met zeer moderne faciliteiten. Ik had nog nooit in zo’n chique auto gereden, maar ik wilde toch liever geen verzekering betalen, die zou erg duur zijn geweest.

Dit betekende dat ik de minste kras moest vermijden, wat een echt gewaagde onderneming was. Ik vertrouwde de zaak dus toe aan de Heilige Engelen, en vergat niet hen vóór elke reis aan te roepen.

Alles ging goed tot, – ja tot, op een avond, na een zeer bewogen dag, we vrij laat en nogal moe thuiskwamen.

Zoals gewoonlijk hielp ik mijn moeder uit de auto te stappen, opende de garagedeur en begon voorzichtig, zoals altijd, mijn geweldige huurauto te parkeren. Totdat ik plotseling een zacht: “Boommmm!” hoorde. Geschrokken stopte ik onmiddellijk en besefte tot mijn schrik dat ik vergeten was de deur aan de passagierskant dicht te doen! Het was daarom onvermijdelijk dat het zachtjes tegen de garagemuur was gestuiterd. Met kloppend hart stapte ik uit en bekeek de schade: Drie krassen, zij het kleine, “sierden” nu onmiskenbaar de autodeur. Al het afvegen met zakdoek en speeksel hielp niet: het ondenkbare was gebeurd!

Na de eerste schok werd ik kwaad: “Heilige Engelen, waarom hebben jullie mij niet gewaarschuwd, het zou voor jullie gemakkelijk geweest zijn! Wat is het nut van bidden als jullie niet luisteren?” Maar toen realiseerde ik me, “Nee, Heilige Engelen, jullie stellen me niet teleur. Er zit een plan achter dit alles dat ik niet kan bevatten, maar het is voor mijn bestwil. Aan God zijn lof en glorie!”

Dus ging ik verder met mijn uitstapjes met Mama en ook met het gebed tot de Heilige Engelen. Van tijd tot tijd inspecteerde ik ook de krassen: niets aan te doen, ze waren er echt. Goed, dus ik zou een paar honderd of zelfs meer euro’s moeten betalen voor de reparatie: “Heer, als u het zo wilt, ok!”

Eindelijk kwam de dag om de auto terug te brengen. Mijn broer bood aan om met mij mee te rijden in zijn auto, zodat ik niet naar huis hoefde te lopen na het afleveren van de auto. “Nou, laat me eerst de krassen zien,” vroeg hij me.

Beschaamd ging ik naar de beschadigde deur, keek en keek: er was daar niets te zien! “Weet je zeker dat het deze deur is?” vroeg hij ongelovig. Dus onderzochten we de deur aan de andere kant ook, voor de zekerheid. Niets.

De krassen waren spoorloos verdwenen! Alle deuren glinsterden met een vlekkeloze zilveren glans. Mijn broer was sprakeloos. Maar ik riep blij uit: “Geloof je niet in wonderen? Ik wel! Dank aan jullie, Heilige Engelen!”

Lid van het OA in Frankrijk