De geheimzinnige stem

De geheimzinnige stem

Pater Kamp had een inspannende dag achter zich in de biechtstoel en hij wilde zich juist thuis een kleine pauze gunnen, toen een stem hem riep. Hij ging naar het raam maar zag niemand. De stem zei: “Ga naar Tanipuay, daar is een zieke die de sterking nodig heeft voor zijn laatste reis.”

Meteen ging Pater Kamp samen met zijn dienaar op weg. Toen ze in die plaats aankwamen, was alles in slaap verzonken. De missionaris ging naar de leider van de plaats en vroeg hem waar deze zieke woonde, maar die wist er niets van af. Dus keerde de pater terug naar huis. Maar dan hoort hij de stem nog een keer. De leider van Tanipuay was geërgerd toen hij hem voor de tweede keer opzocht. Dus moest hij opnieuw onverrichterzake naar huis gaan.

Daar hoorde hij de stem voor de derde keer. Onderweg hoorde hij de stem nogmaals. De priester volgde de richting van waaruit deze sprak. Al gauw stonden ze voor een kleine hut waarin een stervende man lag, eenzaam en verlaten.

Toen hij de priester opmerkte zei hij: “Pater, ik wist dat u zou komen. Vijftig jaar lang bad ik ’s morgens en ’s avonds tot mijn Engelbewaarder om de genade van de H. Communie in het sterfuur. Ieder jaar heb ik een H. Mis laten lezen ter ere van hem”, stamelde hij. De missionaris hoorde meteen zijn biecht en reikte hem daarna de H. Communie.

Vijftig jaar dus had deze man dagelijks tot zijn Engelbewaarder gebeden om deze genade. Het was zijn eigen Engelbewaarder, die de priester had geroepen aan zijn ziekbed.