Onrein, rein, heilig

Onrein, rein, heilig

Een ander verhelderend punt in het visioen van Jesaja is de gloeiende kool.

Maar een van de serafs vloog op mij toe met een gloeiende kool, die hij met een tang van het altaar had genomen,  hij raakte er mijn mond mee aan en sprak: `Zie, nu zij uw lippen heeft aangeraakt, is uw zonde verdwenen, en uw schuld bedekt.’  Jes 6,6-7

De reden dat de Serafijnen dit deden was omdat Jesaja doodsbang was. Hij had de Heer der heerscharen gezien, maar was een man met onreine lippen; hij was een zondaar. Jesaja was in een toestand van onreinheid.In de Bijbelse traditie van het Oude Testament waren er drie toestanden:

onrein of godslasterlijk; rein of gezuiverd; en heilig.

Als een mens onrein was, kon hij niet geheiligd of heilig gemaakt worden; hij moest eerst gezuiverd worden. Dan, als hij eenmaal gezuiverd was, kon hij worden geheiligd.

Het kooltje wat de Serafijn gebruikte om Jesaja’s lippen aan te raken zuivert hem, maar het maakt hem niet heilig. Maar, nu Jesaja gezuiverd is, kan hij geheiligd worden.

Iemand wordt heilig als hij gezalfd, gezegend of geheiligd wordt op een manier die lijkt op een zalving, maar toch daarvan verschilt.

Heilig zijn betekent de Goddelijke aanwezigheid te ontvangen, dat wil zeggen, om deel te krijgen aan de heiligheid van God en ook in staat te zijn om heiligheid door te geven aan anderen. Jesaja wordt heilig gemaakt als hij de zending van God ontvangt:

Daarop hoorde ik de stem van de Heer: `Wie zal Ik zenden, wie zal gaan in onze naam?’ Ik antwoordde: `Hier ben ik, zend mij”. Jes 6,8

Jesaja is heilig gemaakt om een profeet te zijn en te profeteren over de komst van de Messias.