De Engelbewaarder en de atheist

De Engelbewaarder en de atheist

Pastoor Lamy, een heilig priester aan het begin van 1900 in Frankrijk, wordt door de vrouw van een zieke aan diens bed geroepen; ze wil graag dat hij het heilig Oliesel ontvangt. De zieke ligt nog niet op sterven, maar men kan nooit weten..

Pastoor Lamy gaat er heen, maar neemt het Oliesel nog niet mee, om de zieke niet ongerust te maken. Maar tot zijn grote verrassing vraagt ook de zieke aan hem om dit Sacrament. Hij gaat de 5 of 6 etages weer naar beneden.

Een uur later komt hij terug. De vrouw had hem gezegd, dat ze de deur op een kier zou laten. Zo klimt hij de trap weer op, zonder de etages te tellen. Zie, een deur op een kier! De Pastoor gaat naar binnen. Hij ziet een man in bed liggen, en het valt hem meteen op hoe vertwijfeld deze is. De stervende vertelt aan de Pastoor, dat hij reeds een week lang zijn vrouw smeekt om een priester te halen.

Allebei zijn ze atheist. Maar nu de dood komt krijgt hij angst; hij probeert terug te keren tot het geloof van zijn jeugd. Zijn vrouw weigerde het. Men moet zijn mening trouw blijven tot aan het niets van de dood. Vooral geen “poppenkast” aan het eind van het leven!

De stervende richtte van louter vertwijfeling een noodkreet tot zijn Engelbewaarder. Hij herinnerde zich nog aan hem van de tijd van zijn katechismusonderricht. Zijn eigenzinnige vrouw was net weggegaan, en had vergeten de deur dicht te maken…

Pastoor Lamy had zich vergist in de etage, toen hij binnenkwam. Hij was zeer verbaasd over
vindingrijkheid van de Engelbewaarder van deze doodzieke, die echt berouw had. En zo diende hij hem het H. Oliesel toe.