Leven met de Engelen
De H. Josemaria Escriva leefde intens met de H. Engelen:
Hij leerde van zijn ouders het contact met zijn Engelbewaarder. Als seminarist las hij bij een kerkvader dat priesters naast hun Engelbewaarder ook een Aartsengel als helper hebben. Daarom ging hij vanaf de dag van zijn priesterwijding met grote eenvoud en vertrouwen met hem om, zozeer zelfs dat volgens zijn overtuiging de Heer hem een begeleidende Aartsengel zou hebben gegeven, zelfs als de mening van deze auteur onjuist zou zijn, alleen al vanwege het geloof waarmee hij hem altijd aanriep.
Voordat hij een kamer verliet, pauzeerde hij, bijna onmerkbaar, even bij de deur om “zijn twee Engelen te laten passeren”. Het was een fijnzinnigheid die onopgemerkt bleef en laat zien hoe hij de band met zijn Engelbewaarder en de begeleidende Engel onderhield. Het was geen theatraal gebaar, maar een dat alleen kon worden waargenomen bij grote aandacht en als men dit “geheim” kende.
Tijdens zijn eerste jaren als priester in Madrid moest Josemaria Escrivá heel vroeg opstaan om aan alle eisen van de dag te voldoen. Het gebeurde dat hij niet op zijn wekker kon vertrouwen, die gerepareerd moest worden, maar daar had hij geen geld voor. Daarom vertrouwde hij zichzelf toe aan zijn Engel en, zo vertelt hij, al die tijd heeft hij nooit nagelaten om op de juiste tijd wakker te worden. In die tijd noemde hij zijn Engelbewaarder “mijn klokkenmakertje”.