H. Lidwina en de H. Engelen

H. Lidwina en de H. Engelen

Onze grote Nederlandse heilige, die in de 15e eeuw leefde, had heel veel met de Heilige Engelen te doen. Vanaf haar 15e levensjaar was ze aan het bed gekluisterd, en heeft heel haar leven veel te lijden gehad, als eerherstel voor de zonden van de mensen.

Op het einde van haar leven sprak de Heer tot haar: “Je verlangen gaat in vervulling. Op dinsdag na Pasen zul je met de Engelen in de hemel het Alleluja zingen!”  En dat gebeurde op 14 april in 1433.

Zij kreeg vaak bezoek van een Engel, met wie ze heel vriendschappelijk omging. Ze kende de Engelbewaarders van haar biechtvaders, van haar familie en van vele andere mensen.

Haar eigen Engelbewaarder verscheen haar in verschillende gestalten. Maar vaak als een mooie, jonge man, altijd echter in grote, stralende helderheid. Soms was hij zo stralend, dat ze meende, dat duizend zonnen bij elkaar niet zo zouden kunnen stralen als haar beschermengel. Hij droeg altijd het teken van het Kruis op zijn voorhoofd, zodat ze zeker wist dat hij het was, en niet de duivel, die haar ook vaker in de gedaante van een lichtende engel verscheen.

Ze probeerde iedereen, die haar kwam bezoeken, aan te sporen om hun eigen Engelbewaarder innig te vereren. De genaden en gunsten die zij dank zij haar Engel verkreeg waren talrijk.`

Haar Engel nam haar vaak mee naar het vagevuur, zodat ze de lijden zou aanvoelen die de zielen in het vagevuur kwelden, om haar ijver nog meer aan te wakkeren waarmee ze reeds voor hen bad en offerde.

Op een dag werd ze naar de hemel geleid om de glorie te aanschouwen die de zielen in het Paradijs zich verheugden.

Een andere keer bracht haar Engel haar naar Jeruzalem en liet haar al die plaatsen bezoeken die geheiligd waren door het lijden van Jezus. Hier voelde ze, door een bijzonder privilege, dezelfde pijnen die onze Heer leed in de verschillende omstandigheden van Zijn Passie.