Francisca Romana en haar Engelen

Francisca Romana en haar Engelen

De Engel hield de demonen tegen op het moment dat ze Franziska bij de keel wilden grijpen en wurgen. Maar omdat hij er zeker van was dat zij zou overwinnen, wilde hij geen afbreuk doen aan de verdiensten die zij kon verwerven en stond daarom toe dat de demonen haar naar de gevel van het paleis droegen om haar verder lastig te vallen.

Het vertrouwelijke contact van Francisca Romana met de Engelen heeft als bijzonder kenmerk dat zij door drie verschillende Engelen in verschillende fasen van haar leven werd geleid.

Op de weg van de zuivering werd zij geleid door haar Engelbewaarder. Zij voelde hem, vooral zijn kastijdingen, maar zag hem meestal niet.

De aan haar gegeven Aartsengel, die haar begeleidde op het pad van verlichting, was voor haar zichtbaar en wordt door haar uitvoerig beschreven. Deze bijzondere begeleidende Engel nam haar strijd niet weg. Voor de zuivering van Francisca en de vergroting van haar verdiensten laat hij fysieke en massale aanvallen van de demonen toe. Indien nodig grijpt hij echter in op een “nonchalante” en “coole” manier: De Aartsengel schudt zijn gouden haar en het onzuivere gezelschap slaat op de vlucht.

Francisca, die niet wilde trouwen maar zich in een maagdelijk leven aan God wilde geven, wordt door de Aartsengel onderricht om trouw haar plichten als echtgenote, moeder en huisvrouw te vervullen en werken van naastenliefde te verrichten. Volgens een woord van Paus Johannes XXIII is het een kenmerk van een ware dienaar van God om dingen te moeten volbrengen waartoe hij zich helemaal niet aangetrokken voelt.

Maar na de dood van haar man mag en moet zij toetreden tot de orde van de “Zusters Oblaten van Maria” die zij heeft gesticht.  In deze nieuwe en laatste fase van haar leven neemt een Engel uit het koor der Machten haar leiding over en leidt haar naar de volledige vereniging met God.