Draai om de oren
Een Franse seminarist was een twijfelaar eerste klas. Hij had veel gehoord van Pater Pio, maar vanwege de kinderlijke begeestering voelt hij een soort van “allergie tegen alles wat met God te maken heeft”. Hij veracht de pelgrims en de landbevolking van Gargano. Maar omdat hij een soutane draagt, kan hij helemaal naar voren. Hoewel er nog een hele rij voor hem is, die allemaal willen biechten bij Pater Pio.
Als het eindelijk zijn beurt is, biecht hij zijn zonden. Maar dan hoort hij: “Jij hebt dat en dat vergeten. En twee jaar geleden, op die en die plek – waarom heb je dat gedaan? En dat andere – klopt het?” En Pater Pio vertelt hem hoe ernstig dit alles is. Hij krijgt de absolutie.
Maar dan komt het beslissende moment: Een ongewone vraag: “Geloof jij aan je Engelbewaarder?” De seminarist is verward en stottert: “Eh..eh… ik heb hem nog nooit gezien!” en bewijst hierdoor dat hij in feite een twijfelaar is en ver boven zulke schijnheilige dingen staat.
Hij heeft nauwelijks tijd om zich te zonnen in zijn zelfgenoegzaamheid, als hij sterretjes voor zijn ogen ziet; de oren doen hem zeer.
Pater Pio had hem zonet twee flinke oorvijgen gegeven: “Kijk goed, hij is daar en hij is zeer mooi”.
De seminarist draait zich om en… ziet niets. De Pater blijft erbij: “Jouw Engelbewaarder is hier en hij beschermt jou! Vraag hem maar, vraag hem maar”. De seminarist merkte op dat de ogen van Pater Pio heel helder waren, ze straalden het licht van zijn Engel weer.
Vanaf die dag was zijn ongeloof verdwenen; hij werd van een oppervlakkige theoloog tot een enthousiaste vriend van zijn Engelbewaarder…