De derde begeleider

De derde begeleider

Deze Engel verzamelde de liefde- en boetewerken van Francisca als “gouden, met vruchten beladen takken”, en hij weefde uit de deugdzame daden van haar leven en uit haar verdiensten een kostbaar weefsel, een hemels bruiloftskleed. Het was opvallend hoe deze Engel tenslotte zijn werk aan dit kostbare weefsel steeds meer versnelde. Daardoor herkende de dienares van God haar naderende dood.

Francisca was in extase gekomen terwijl zij zich had teruggetrokken in de huiskapel. De Aartsengel die haar vierentwintig jaar lang had verlicht, verdedigd en beschermd, nam nu met een vriendelijke glimlach afscheid van haar.

Op hetzelfde moment werd zij naar een plaats vervoerd waar een onbeschrijfelijke lichtglans heerste en zag ze onze Heer. De Engelen, die een ontelbare schare rond de troon vormden, verdeeld in negen koren, kwamen een voor een, bogen zich voor de troon en ontvingen de Goddelijke bevelen.

Toen de vierde rij naderde, die van de Machten, en zich op zijn beurt boog, bleven de ogen van de Verlosser stilstaan bij de tweede Engel van de tweede hiƫrarchie in dit koor.
Jezus beval deze verheven geest zich over Francisca, zijn trouwe dienares, te ontfermen, haar in alles bij te staan en zichtbaar aan haar zijde te blijven, zoals de Aartsengel, zijn voorganger.

Op dat moment kwam onze heilige weer bij bewustzijn en tot haar onuitsprekelijke vreugde zag zij de nieuwe metgezel die de Almachtige voor haar had bestemd.

Hij zag eruit als een beeldschone jongeling, nog schitterender dan de Aartsengel. Ook hij was bedekt met een witte dalmatica, maar de stof en de bedekking waren veel kostbaarder dan die van de Aartsengel. Ze bleef hem zien tot de dag dat ze stierf.