De Engel, de hond en de vis

De Engel, de hond en de vis

Aan het begin van de twee reizen van Tobias en Rafaël wordt de hond in het boek tweemaal genoemd: “De jongeman vertrok met de Engel, en ook de hond volgde hen en ging met hen mee” (Tb 6,1); “De hond, die hem en Tobias had vergezeld, volgde hen” (Tb 11,4).

Voor het eerst wordt de hond voorgesteld als een vriend en metgezel, in tegenstelling tot de andere Bijbelboeken waar de hond werd beschouwd als een onrein, weerzinwekkend en verachtelijk wezen (vgl. Deut 23,19; 2 Sam 3,8; 16,9) omdat zijn voedsel afval is (Ex 22,30; 1 Koningen 16,4; 21,14).

De hond is Tobias’ reisgenoot en helpt hem de reis tot een goed einde te brengen. In die zin is de hond Tobias’ vriend, maar waarschijnlijk ook zijn beschermer. Tobias, de Engel en de hond lopen samen. Tobias leidt de hond, maar laat zich leiden door de Engel, ook al is hij het zelf die de moeilijkheden van de reis moet trotseren en overwinnen.

God neemt de vermoeidheid van Tobias niet weg of maakt de weg vrij van risico’s, net zoals hij het lijden van Tobit en Sarah niet uit de weg ging, maar Hij is aan de zijde van Tobias aanwezig met de Engel Rafaël.

De vis is ook onlosmakelijk verbonden met de heilige Rafaël. In het begin presenteert de vis zich op een gevaarlijke en vijandige manier: “De jongeman -Tobias- ging de rivier in om zijn voeten te wassen, toen zie, een grote vis uit het water sprong en probeerde de voet van de jongen te verslinden, en de jongen begon te schreeuwen” (Tb 6,2).

De vis die Tobias probeert te bijten is een teken van een moeilijkheid die hij op zijn levensreis moet overwinnen als het nacht wordt. De vis van de rivier de Tigris, waartegen Rafaël Tobias leert vechten, staat voor alle duistere krachten die in de diepten van de mens schuilen en sluimeren: die van de onzuivere seksualiteit gescheiden van het licht, die van de onverzadigbare macht van overheersing en bezit, die van de krachten van vernietiging en zelfvernietiging, die van angst en wanhoop, van leugens en dood… Tenzij men ze onder de voet krijgt, zijn zij het die de mens zonder zijn weten voortdrijven.

Dus zal de vis, na Rafaëls instructies, gebruikt worden om Tobit van zijn blindheid te genezen met de gal van de vis, en de demon die Sarah kwelt, uit te drijven met het hart en lever van de vis.