God die Kind werd: Onze hoop en een teken van tegenspraak
“Want een Kind wordt ons geboren, een Zoon wordt ons gegeven. De heerschappij rust op zijn schouders; men noemt hem: Wonder van beleid, Sterke God, Vader voor eeuwig, Vredevorst”. Jes 9,5
Toen dan Jezus te Betlehem in Juda geboren was ten tijde van koning Herodes, kwamen er te Jeruzalem Wijzen uit het oosten en vroegen: “Waar is de pasgeboren koning der Joden? Want wij hebben zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem onze hulde te brengen.” Dit kind is Gods grootste geschenk aan de mensheid. Toch was niet iedereen blij met zijn komst: “Toen koning Herodes dit hoorde, werd hij verontrust en heel Jeruzalem met hem”. (Mt 2,1-3)
Het WOORD-dat-Mens geworden is, is het Goddelijke Licht dat in de wereld is gekomen; “Hij kwam tot de Zijnen, maar de Zijnen aanvaardden Hem niet”.
Dit moeilijke mysterie, namelijk de verwerping van de Goddelijke gave in Christus, is het onderwerp waarover wij in deze lezing willen nadenken.
Het zou een stom onderwerp zijn, als alleen Herodes van streek was, maar de waarheid is: “heel Jeruzalem” was met hem van streek; zij vreesden allemaal dat deze pasgeboren koning hun wereldse vrede zou verstoren en hen hun koninkrijkjes zou ontnemen.
De ernst van de situatie blijkt verder hieruit, dat hoe meer Jezus Zijn ware identiteit en doel, de vestiging van het Koninkrijk der hemelen, openbaarde, hoe feller Hij werd tegengewerkt:
“De heersers der aarde komen in opstand, de machthebbers vinden elkaar tegen de Heer en zijn gezalfde. Laat ons hun boeien verbreken, hun ketenen werpen wij af!” (Ps 2,3)
Hij was werkelijk, zoals Simeon voorzag, “een teken van tegenspraak, bestemd tot val of opstanding van velen in Israel”. (Lc 2,34)
Wat is het bijzondere licht van de genade dat door zovelen werd verworpen, maar dat voor hen die geloofden de oorzaak was van zo’n grote vreugde en het mogelijk maakte dat zij in Christus zonen van God werden?
Van jaar tot jaar zien we de kerstvreugde verdorren en bleker worden in de samenleving om ons heen, in onze gezinnen en misschien, tot onze eigen schrik, in ons eigen hart. Hoezeer verlangen wij ernaar dat het geheim van de kerstvreugde met haar verkwikkende licht opnieuw ontdekt wordt en onze harten opnieuw vult met een vrede en vreugde die de wereld niet kent en niet kan wegnemen.