God die Kind werd (7)

God die Kind werd (7)

Het zou al nuttig zijn om over deze zaken na te denken, als het ons alleen maar zou helpen om ons te sterken in onze vaste belijdenis van het geloof. Maar ons doel gaat nog dieper.

Het veelvuldig voorkomen in de geschiedenis van de Kerk, en vooral de universele heropleving van zoveel gnostische dwalingen in het huidige uur, waarschuwt ons dat de wijsheid van de wereld (zie de New Age) een aantrekkingskracht heeft die niet alleen historisch van aard is, maar waarvan de dwalingen een echo zijn van enkele diepste verlangens die in het menselijk hart zijn gegrift.

Er is iets in ons als mens – dieper dan de erfzonde – dat ons kwetsbaar maakt voor de wijsheid van de wereld. Aangezien deze neiging in onze natuur ligt besloten, doen we er goed aan de uitdaging serieus te nemen en ons ertegen te wapenen.

Helaas is de verdediging van het christendom bedroevend zwak; wat we vaststellen is een bijna universele besmetting, zodanig dat de allerbeste zielen enigszins besmet zijn door deze wereldse geest, waarvan de tekenen, naast ambitie en rusteloosheid, de noodzakelijke vruchten zijn van droefheid en wanhoop.

Het is aangeboren bij mensenkinderen om voortdurend te verlangen naar het (verloren) paradijs; alles wat wij uit vrije wil doen wordt immers ondernomen met het oog op het doel van geluk.

Dit verlangen naar de wereld is zo subtiel, dat wij, zelfs wanneer wij ons beklagen over ons lot voor onze Heer, Hem vragen of Hij het koninkrijk hier en nu niet wil herstellen. Juist dit verlangen is onze vatbaarheid; het belichaamt hoe wij ons het Koninkrijk Gods nog steeds voorstellen (opvatten) als een of andere geïdealiseerde vorm van rechtvaardigheid in deze wereld.

Maar Gods Koninkrijk is niet en kan niet van deze wereld zijn, maar is een mysterie van vrede en vreugde in de Heilige Geest, dat alles wat in de geest en het hart van de mens is opgekomen te boven gaat. Dit betekent dat het Koninkrijk van God alleen werkelijk kan worden omarmd in de duisternis van het geloof.

De zoektocht naar het (verloren) paradijs is het drama van elk mensenhart. Toch had God iets beters in gedachten toen Hij, geboren in een stal, zich voorstelde de wereld te redden in het Leven van de Drie-eenheid.

Alleen in de mate waarin wij volledig instemmen met de zwakheid en dwaasheid van God die in de kribbe ligt, kunnen wij werkelijk deelgenoot worden van zijn Goddelijke kracht en wijsheid en vervuld worden van zijn Leven, dat de kerstvreugde van de Engelen is.