Engelbewaarder

Engelbewaarder

Mt 18, 10: Hoedt u er voor een van deze kleinen te minachten, want Ik zeg u: zij hebben Engelen in de hemel en deze aanschouwen voortdurend het aangezicht van mijn Vader die in de hemel is. 

Dit is een van de weinige passages waarin de Schrift spreekt over de Engelbewaarder die God aan de mens heeft toegewezen om te waken over wat heilig is in hem.

Het beeld van de Engelbewaarder is ook ontaard, net zoals de edele grote dingen van Openbaring in de loop van de tijd zijn bedorven. De Engel is een soort onzichtbare bewaker geworden die voorkomt dat het kind van een brug valt of door een slang gebeten wordt. Er is iets sentimenteels, zelfs soms dubbelzinnigs, gemaakt van de glorieuze aard van de Schrift.

In werkelijkheid is de Engel het vroegste schepsel van God. Zijn natuur heeft een ondraaglijk geweld. Wanneer hij aan de mens verschijnt, is zijn eerste woord: “Vrees niet!” – wat betekent dat hij zelf de kracht geeft om hem te dragen.

Tussen God en hem bestaat een verstandhouding van zorg voor het heilige in de mens die aan hem is toevertrouwd; en hij beschermt het door zorgen, lijden en dood heen.

Romano Guardini