Een licht in de nacht
Aan de Creighton Universiteit was een Jezuïetenpater Francis Deglman, die mij en andere studenten fascineerde met zijn verhalen over zijn Engelbewaarder.
Zijn meest dramatische ervaring gebeurde eens vroeg in de morgen, toen hij wakker werd.
Hij hoorde in zich: “Francis, sta op!”
Pater Deglman keek op zijn wekker. “Het is drie uur in de ochtend,” probeerde hij in te brengen. Maar hij stond op. Zijn Engelbewaarder gaf hem de opdracht om het licht aan te maken. Tegenstribbelend zocht hij naar de lichtschakelaar.
“Maak het nu maar weer uit en ga terug naar bed.”
De pater schudde zijn hoofd, dompelde de kamer weer in het duister en kroop onder zijn dekens, terwijl hij zich afvroeg wat dit had te betekenen.
De volgende morgen kwam een student die hem wilde spreken.
“Pater,” begon hij, “de vorige nacht dacht ik erover om een eind aan mijn leven te maken. Ik probeerde om in de kerk op de campus te komen, maar die was afgesloten. Het was zo rond 3 uur ’s nachts. Ik zat op het muurtje voor de woning van de Jezuïten en ik was ervan overtuigd dat het God niets uitmaakte of ik leefde of dood was. Toen zei ik, als er een God is, laat er dan een licht aangaan in deze woning. Ik keek omhoog en uw licht was aan.”