Engelen en hun uitspraken
Wij hebben in de Heilige Schrift vele uitspraken van de Heilige Engelen. Ze zijn opgeschreven tot heil van ons. Wat is het meest opvallende in de woorden die zij uitspreken? Zij trachten altijd de vrienden van God te bemoedigen.
“Vrede zij met u, vrees niet”, zijn de woorden van de heilige Rafaël tot Tobias.
“Vrees niet, Daniël,’ zijn de woorden van de heilige Gabriël tot de profeet.
“Vrees niet, Maria,” zegt dezelfde aartsengel tegen Onze Lieve Vrouw.
Als de Engelen altijd zo’n raad geven, waarom zou ik dan bang zijn? Ik zal moed vatten, en ook ik zal trachten anderen te bemoedigen op de wijze van de Heilige Engelen.
Zij schrijven alles aan God toe, en verklaren duidelijk dat God het is, die hen naar de mensen zend.
St. Gabriel’s laatste woord tot Tobias is: “Zegen de Heer.”
Het lied dat de Engel leert aan de drie jonge mannen in de vurige oven is: Benedicite, Zegen de Heer!
Is deze geest van dankbaarheid en afhankelijkheid de geest die mijn gebeden doordringt?
Ook wanneer zij Gods boodschappen van toorn uitvoeren, doen zij dit altijd in Gods naam, en niet de hunne. Zelfs in zijn gevecht met Satan wordt ons verteld dat St. Michael zei: “De Heer berispt u.”
Zij drukken hun afhankelijkheid van God uit, en verwijzen hun daden naar Hem als hun voornaamste Oorzaak.
Als ik wil zijn als de Engelen, moet ik spreken zoals God mij ingeeft, en niet volgens mijn eigen verlangens.