Een machtig gebed
Een priester kwam bij een ongeluk. Het was zondagavond. Opnieuw verongelukte er een bromfietser. Deze keer was het bijzonder tragisch. Men wist niet precies hoe het gebeurd was. De jongen viel aan de rechterkant van de bromfiets, en zijn vriendin, die achter hem zat, viel aan de linkerkant, op de straat. Daarom reed de vrachtwagen achter hen over haar heen, en zij stierf onmiddellijk, evenals het kind waarvan zij zwanger was.
De volgende dag was de dodenwake. De moeder van het meisje kon niet gekalmeerd worden. Ze werd bijna gek: “Nee, zo bedoelde ik het niet! Nee!”
Zij wilden haar graag helpen en informeerden. Hevig snikkend onthulde zij de oorzaak van haar verschrikkelijke pijn: zij had tegen haar dochter, het meisje dat bij het ongeluk was omgekomen, gezegd: “Voordat je zwanger bij me thuiskomt, zou ik je nog liever onder een vrachtwagen zien.” Nu was het zo gekomen.
Wilde deze moeder haar dochter alleen duidelijk maken wat zonde betekent? Wanneer ouders in de verleiding komen om te streng voor hun kinderen te zijn, zoals deze moeder, mogen wij niet vergeten dat zij toch van de beste wil zijn. Omdat zij alleen het beste voor hun kinderen willen, geven zij toe aan de verleiding streng te zijn: zij proberen dan met druk te bereiken wat met hun woorden niet kan worden bereikt.
Dit is precies hoe we ons de Engelen moeten voorstellen. Zij zien God veel duidelijker dan wij mensen. Zij zien Zijn grootheid en liefde, Zijn goedheid en zorg.
Als een Engel een mens ziet zondigen, voelt hij zich ook getroffen. Hij ijvert voor Gods eer. Maar ze doen alleen datgene, wat God van hen wil.
Iets soortgelijks werd getoond aan S. Faustina. Ze “zag eens een Engel, de uitvoerder van Gods toorn …. Onder zijn voeten was een wolk, waaruit donder en bliksem voortkwamen in zijn handen, en alleen uit zijn hand raakten zij de aarde. Toen ik het teken zag van Gods toorn die op het punt stond de aarde te treffen, … vroeg ik de Engel om een bepaalde tijd te pauzeren, en de wereld zal zich bekeren. Maar mijn verzoek was niets tegenover de Goddelijke toorn”.
De heilige vervolgt: “Toen zag ik de Heilige Drievuldigheid. De grootheid van haar heerlijkheid doorboorde mij tot in het diepst van mijn hart, en ik durfde mijn smeekbede niet te herhalen… Op hetzelfde ogenblik voelde ik in mijn ziel de kracht van Jezus’ genade, die in mijn ziel woont… Ik begon God te smeken voor de wereld, met innerlijk gehoorde woorden. Terwijl ik op deze wijze bad, zag ik de onmacht van de Engel die niet langer de rechtvaardige straf kon uitvoeren die voor de zonden verschuldigd was. Ik had nog nooit met zo’n innerlijke kracht gebeden als toen. De woorden waarmee ik God smeekte zijn de volgende: