Een gevaarlijke reis

Een gevaarlijke reis

Reizen in Afrika kan erg gevaarlijk zijn, vanwege bewapende roverbenden die in hinderlaag liggen op eenzame landwegen tussen de steden. Een reis met de bus kan een levensgevaarlijke geschiedenis zijn.

Onze Zusters van het Heilig Kruis, die in andere continenten geplaatst zijn, mogen om de twee jaar naar huis voor een vakantie. Zr. Maria E., die in Brazilië werkte, mocht haar familie in Nigeria bezoeken. Dit houdt meestal een reis van drie dagen in. Nadat ze een nachtvlucht had vanaf San Paolo, moest ze een hele dag met de bus reizen naar een andere stad, voordat ze iets kon regelen om in haar eigen dorp te komen. Het bus systeem is wel een beetje anders dan in Amerika of Europa. Er staat geen bestemming op de bus te lezen, geen maatschappij, en er is ook geen reisplan te vinden!

Een beetje verward begon de zuster tot haar Engelbewaarder te bidden. Er kwam een man naar haar toe, die eenzelfde bus zocht, met dezelfde bestemming. Ze nodigde hem dus uit om met haar samen tot de Engelbewaarders te bidden. Korte tijd later kwam er een buschauffeur op hen af die verkondigde dat hij naar die stad zou vertrekken, waarheen zij wilden. Ze waren heel blij en terwijl ze hun goede Engelen dankten, gingen ze in de bus.

Aan het begin van hun reis vroeg de zuster alle reizigers of ze christenen waren. Iedereen was Katholiek, behalve een. Met zijn toestemming, nodigde ze toen allen uit om een rozenkrans samen te bidden ter ere van de H. Engelen voor een veilige reis. Iedereen stemde in, want, zoals gezegd, met de bus reizen was een gevaarlijke onderneming, dat was voor iedereen bekend. Terwijl ze nog de rozenkrans aan het bidden waren, moest de bus echter stoppen. Ze hadden panne!

Een andere bus kwam voorbij, terwijl zij aan het wachten waren totdat de chauffeur hun bus had gerepareerd. Uiteindelijk kwam het er op neer dat ze tot vijf uur na de middag daar moesten blijven zitten totdat de bus gereed was! Allen waren meer dan ontevreden en ze vroegen de zuster: “Wij waren bezig om de Engelen aan te roepen, waarom lieten ze dit toe?” De zuster kon alleen maar antwoorden: “God alleen weet het.” Zij zetten hun reis voort, terwijl ze weer de rozenkrans baden.

Toen ze de volgende morgen in die stad van hun bestemming aankwamen, zagen ze al die mensen van de bus die hen had ingehaald terug, en ook van een bus die nog vroeger was vertrokken. Ze waren allen zeer geshockt en huilden. Allebei de bussen waren overvallen door roverbendes, en ze waren gelukkig dat ze het leven behouden hadden. Maar voor de rest waren ze alles kwijt, wat ze bij zich gehad hadden. Toen begrepen al de reizigers uit de bus van de Zuster, dat de Heilige Engelen het hadden toegestaan dat zij een panne kregen totdat ze buiten gevaar waren. Zij dankten God en de Heilige Engelen voor de veilige reis.