Kluizenaar

Kluizenaar

We zijn juist bezig met de levensregels die de Engelbewaarder van de H. Onnophrius hem gaf, maar nu even iets meer over hem zelf. Want hij is een grote Heilige, maar vrijwel onbekend. De Kerk viert zijn feestdag op 12 juni.

Hij leefde als een monnik in het Klooster Hermopolis in de thebaïsche woestijn, tegen het einde van de vierde eeuw. Maar het trok hem steeds meer naar de eenzaamheid, om net als Elias en Johannes de Doper in de woestijn helemaal alleen voor God te leven.

Nadat hij zich jarenlang getoetst had, ontving hij de toestemming om in de eenzaamheid te gaan. Toen hij ’s nachts wilde vertrekken naar de bergen van de woestijn, verscheen hem een licht. Hij schrok hierdoor en vreesde, dat hij, door het klooster te verlaten, slechts zijn eigen wil gevolgd was. Want Onnophrius was namelijk een heel gehoorzame monnik.

Het licht echter was zijn Engelbewaarder, die hem de volgende boodschap bracht: “Vrees niet, ik ben jouw Engelbewaarder. God heeft mij vanaf het begin voor jou bestemd, om volgens Zijn wil, met jou te zijn en je te begeleiden naar de woestijn. Wees volmaakt, ga nederig je weg met God, doe je werk met vreugde, waak altijd over je hart, beklaag je nooit, wees standvastig in goede werken. En wees ervan verzekert, dat ik je nooit zal verlaten, tot aan het ogenblik, als ik jouw ziel zal brengen tot voor de Goddelijke Majesteit”.

Deze zinnen houden een grote levenswijsheid in. Ondanks hun beknoptheid, kunnen ze ook ons als levensregel dienen, ze kunnen ons ook verlichten, wat onze eigen Heilige Engelbewaarder ons zou aanraden.

De H. Onnophrius leefde nog 60 jaren in de woestijn, zonder ooit een mens gezien te hebben. Tegen het einde van zijn leven zocht hem een andere woestijnvader op. Door deze is ons het leven van Onnophrius overgeleverd.

Toen hij gevraagd werd, hoe hij de H. Eucharistie in de eenzaamheid van de woestijn kon ontvangen, legde Onnophrius uit, dat een Engel van de Heer hem het Lichaam en het Bloed van Christus iedere zaterdag en zondag bracht. Hij voegde eraan toe: “Dat is gebruikelijk bij de kluizenaars in de woestijn”.