De Engelen en Lidwina

De Engelen en Lidwina

De heilige Engelbewaarder, die eerst onzichtbaar in haar had gewerkt, verscheen nu ook zichtbaar aan haar en er ging geen dag voorbij zonder dat hij haar bezocht. Een keer nam hij haar mee naar de heilige plaatsen in Jeruzalem. Een andere keer nam hij haar mee naar het vagevuur of de hel en liet haar de zielen zien die daar moesten lijden voor hun zonden die ze niet hadden berouwd.

Vaak kwam hij alleen, soms met andere Engelen, van wie hij de namen, functies en personen onthulde wiens Engelbewaarders ze waren. De gesprekken die ze met deze Engelen had gingen alleen over liefde voor Jezus en Maria en liefde voor het kruis.

Veel mensen kwamen Lidwina bezoeken, waaronder gravin Margaretha van Holland. Lidwina merkte hoe de Engelbewaarder de voetstappen telde van degenen die uit mededogen en medelijden naar haar toe kwamen.

Ze werd ook in vervoering gebracht door de hemelse koren en zag daar een grote menigte Engelen, gerangschikt in de meest glorieuze orde, die allemaal een of ander instrument van het lijden van de Heer in hun handen droegen en met een onuitsprekelijke charme het vers zongen: “Leve de Verlosser, leve de Moeder van de Verlosser!”.

Een menigte Engelen omringde uiteindelijk de heilige maagd toen ze, na zo’n heldhaftig lijden, haar ziel teruggaf in de handen van de Schepper in 1433.

En vreemd! Ze had nauwelijks haar ogen gesloten toen haar lichaam, dat net in een staat van volledige ontbinding was geweest, plotseling weer fris en bloeiend werd met de hulp van de Engelen en een waarlijk engelachtige schoonheid aannam, zodat alle aanwezigen verbaasd en verwonderd waren toen ze het zagen. De eerbiedwaardige Thomas von Kempes, die kort daarna haar biografie schreef, getuigt over hetgeen hier gezegd is.