Geef dank!

Geef dank!

De uitslag van de diagnose dat ik kwaadaardige kanker had, kwam voor mij als een verrassing en heel plotseling. Daarna volgden twee weken waarin ik een beetje worstelde met God, vooral met de gedachte: “Moet het zo zijn?”

Maar toen gebeurde het terwijl ik op mijn kamer zat dat ik plotseling een krachtige stem hoorde. Ik hoorde duidelijk een mannenstem tegen me spreken, bijna in mijn dialect: “Je hoeft niet meer te vragen en te smeken. Geef dank!” Toen was er stilte.

Ik schrok en keek om me heen om te zien of er iemand in de kamer was. Maar ik had de deur zelf op slot gedaan. Dus mijn eerste gedachte was: “Wie was dat?” Nee, het kon geen boze geest zijn, want die zou me niet opdragen om te danken. Het kwam bij me op dat het Jezus had kunnen zijn, maar ik voelde me dat helemaal niet waardig.

Dus kwam ik tot de conclusie dat het alleen mijn Heilige Engelbewaarder kon zijn, omdat ik me een paar jaar geleden aan hem had toegewijd. En sindsdien is er een zeer levendige en diepe relatie tussen ons beiden.

Na deze overdenkingen en verduidelijkingen gaf ik de stem mijn antwoord: “Dankzeggen, ja dat kan ik!” En in de tijd die volgde, werd mijn voortdurende dankzegging tot lofprijzing, die me vervulde met grote vreugde en diepe vrede. Zelfs mijn latere verblijven in het ziekenhuis waren als een geschenk van God.

Een dokter vroeg me eens waarom ik altijd zo vrolijk was? Ik zei hem dat ik God steeds weer moet danken omdat Hij zo goed en barmhartig is. Vandaag denk ik ook dat zelfs achter hopeloze situaties Gods liefde en barmhartigheid schuilt.