Zij staan voor Gods Aanschijn
Het eerste aspect, dat onze Heilige Vader noemt, herinnert ons eraan, dat onze Heilige Engelbewaarder reeds in de aanschouwing van God is.
Hij hangt met zijn aangezicht aan God. De zalige aanschouwing van God, die wij willen bereiken en die wij pas na onze dood kunnen binnengaan, is voor onze Heilige Engelbewaarder reeds werkelijkheid.
Wanneer hij Engelbewaarder wordt, verlaat hij de aanschouwing van God niet. Jezus bevestigt dit, toen Hij tegen de mensen zei, dat ze de kleinen niet gering moesten achten, “want hun Engelen zien steeds het Aangezicht van de Hemelse Vader”.
Het zou mooi zijn, als onze Heilige Engelbewaarder ons steeds weer bij de aanbidding mee zou kunnen nemen in deze aanschouwing van God, maar hier op aarde gaan wij slechts in het geloof.
Maar wij kunnen van onze Heilige Engelbewaarder leren, van diens staan voor de troon van God en zijn hang aan Gods Aanschijn, dat het gebed heel erg belangrijk is.
Daar vinden wij weer terug tot God, daar groeien wij in de kennis van God; de wil van God wordt ons hier duidelijker; wij halen hier de kracht om de wil van God te vervullen; maar ook de kracht om onze medemensen opnieuw te vergeven, geduldig met hen te zijn, hen weer te accepteren zoals ze zijn en ook ons kruis te aanvaarden.
Een echtgenote en moeder had haar problemen in het huwelijk en ze zou er het liefst vandoor willen gaan. Maar ze bekende heel eerlijk dat ze niet verder kwam dan de dichtst bijzijnde kerk. Hier huilde ze zich uit bij Jezus in het tabernakel en kreeg hier de kracht, om naar haar man en kinderen terug te keren.