Kon je me echt niet helpen?

Kon je me echt niet helpen?

Enkele jaren geleden vertelde een priester uit Amerika:

“Ik werd ’s nachts opgebeld en gevraagd om naar het ziekenhuis te komen. Een vader, die plotseling ernstig ziek was geworden, werd daarheen gebracht en of ik hem het Sacrament van de zieken wilde toedienen. Ik wist heel goed dat dit bijna onmogelijk zou zijn, daarom vroeg ik mijn Engelbewaarder om voor mij uit te gaan. Alle deuren gingen open, totdat ik voor de intensive care tegen gehouden werd.

De man die voor de deur stond, wilde me niet binnenlaten. Geen argument had invloed. Alleen zijn chef zou morgenvroeg toestemming kunnen geven.

Na een kwartier gaven ik en de schoonzoon van de zieke het op. Ik draaide me om, om weg te gaan en zei innerlijk tegen mijn Engelbewaarder: “Kon je me echt niet helpen?” Nauwelijks gedacht, hoorde ik de stem van de bewaker: “Hey, hoe lang zal het duren?” Ik zei: “Een minuut”. “Dan ga naar binnen!” was zijn antwoord.

Moest ik eerst mopperen tegen mijn Engelbewaarder voordat hij hier hielp, of had ik het hem niet duidelijk genoeg gevraagd?”

Engelen en priesters horen bij elkaar en vullen elkaar aan. Men kan reeds in het Oude Testament lezen bij de profeet Zacharias:

‘Zo spreekt Jahwe van de machten: Ik zal u toegang geven tot de kring van Mijn dienaren hier”.

In de traditie wordt dit zó opgevat, dat God de priesters opneemt in de koren der Engelen!