En ze riepen elkaar toe..

En ze riepen elkaar toe..

De enige plaats in de Heilige Schrift waar we de Serafijnen tegenkomen is in het roepingvisioen van de profeet Jesaja :

Ik zag de Heer, gezeten op een hoge en verheven troon.
De sleep van zijn mantel vulde heel de tempel.
Serafs stonden boven Hem opgesteld, elk met zes vleugels: Twee om het gelaat te bedekken, twee om de voeten te bedekken, twee om te vliegen.
Zij riepen elkaar toe:
Heilig, Heilig, Heilig
is Jahwe van de machten;
al wat de aarde vult is zijn heerlijkheid.   Jes 6,1-3

Er is zoveel over de Serafijnen te leren vanuit deze ene tekst, dat dit een “Serafijnse week”  gaat worden!

Dit visioen laat ons zien dat de Serafijnen personen zijn, die in Gods tegenwoordigheid leven. Zij staan altijd voor Zijn aanschijn.

Stel je voor: van alle schepselen zijn zij degenen, die het dichtste bij de drie maal Heilige God staan: hoe  h e i l i g  moeten deze Engelen zijn, dat zij deze Goddelijke nabijheid kunnen verdragen!

Zij zijn Engelen van de liefde bij uitstek! Omdat zij de God van liefde onophoudelijk omringen, met heel hun wezen Hem bewonderen, prijzen en aanbidden, om Hemzelf; en dan beschouwen zij Zijn glorie in heel de schepping en over heel de aarde.

Maar hoewel ze altijd voor Gods troon staan, zijn ze ook uitgezonden om ons mensen te dienen. Stel je voor dat ook een maal zo’n grote Seraf heel zijn macht aflegt, en als eenvoudige Engel van het negende koor, een menselijke beschermeling als Engelbewaarder op aarde gaat dienen in navolging van Zijn Heer!