Welke gaven hebben de Engelen ontvangen?

Toen God de Engelen schiep, schonk Hij hun de genade die hen moest voorbereiden op de hoogste gelukzaligheid die voor hen bestemd was: de visio beatifica, de zalige aanschouwing.

Hij gaf hen een onmetelijke intelligentie en een onverzwakte wil. Maar hij gaf hen ook vrijheid. Ze waren vrij om te doen wat ze wilden met de gaven die God hen vrij had gegeven.

Toch stelden deze gaven hen in staat om op zo’n manier te beslissen dat ze niet van God zouden afdwalen, tenzij ze daarvoor bewust zouden kiezen. Voor hun eeuwig geluk was in alles voorzien.

De intelligentie van de Engelen is niet te vergelijken met die van ons. Om iets te weten hebben de Engelen het tussenstation van de zintuigen niet nodig, die voor ons onmisbaar zijn.

Hun kennis is volledig geestelijk. Deze natuur en deze kennis, die beide volledig geestelijk zijn en verdubbeld worden door hun aangeboren heiligheid, stellen hen vanaf het moment van hun schepping in staat om de waarheid te herkennen en het goede lief te hebben in een mate die geen mens zich zelfs maar kan voorstellen.

Wat wij met moeite en ten koste van inspanning en oefening leren, weet de Engel onmiddellijk en perfect. Deze snelheid stelt hen in staat hun beslissingen in een oogwenk te doorzien, tot in de meest extreme consequenties.

Onze onzekerheid, onze twijfels, die wij aan de dag leggen als het gaat om het inschatten van de gevolgen van onze daden, zijn hen vreemd.

Voor hen is er geen aarzeling, omdat ze altijd precies weten wat ze doen en wat ze willen, zonder het minste risico op een misleiding. Hun geest is volkomen rechtlijnig; hun logica is onverbiddelijk scherp.

Als je dit alles overweegt, dan kan je toch niet anders, dan deze grote, hemelse geesten om hun hulp, hun
verlichting vragen!!